Direct naar de inhoud

CFD’s en turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 75% en 72% van de retailbeleggers lijdt verlies op de handel in CFD’s en turbo's met deze aanbieder. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe CFD’s en turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren. Derivatenhandel kent een hoog risico op snel verlies. CFD’s en turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 75% van de retailbeleggers lijdt verlies op de handel in CFD’s met deze aanbieder. 72% van de retailbeleggers lijdt verlies op de handel in turbo’s met deze aanbieder. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe CFD’s en turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren. Opties zijn complexe financiële instrumenten. Uw vermogen loopt risico.

EUR/USD: een euro/dollar geschiedenis

EUR/USD is 's werelds meest verhandelde valutapaar. Dit artikel gaat over de geschiedenis van de euro – waarom deze is bedacht, wie deze gebruikt en hoe de prijs tegen de Amerikaanse dollar gedurende de jaren is veranderd.

Live prijzen

Markets Sell Buy Updated Change
EUR/JPY
liveprices.javascriptrequired
-
-
-
EUR/CHF
-
-
-
-
EUR/GBP
-
-
-
-
EUR/USD
-
-
-
-

De lancering van de euro

De euro werd gelanceerd op 1 januari 1999 als een digitale markt. Er waren destijds 11 landen en 3 soevereine staten die de euro overnamen, naast de bestaande nationale valuta vastgesteld tegen een vaste wisselkoerstarief tegen de euro. Deze landen en staten waren:

Lidstaat Voorafgaande valuta
Oostenrijk Oostenrijkse schilling
België Belgische frank
Estonië Estse kroon
Frankrijk Franse frank
Duitsland Duitse mark
Ierland Ierse pond
Italië Italiaanse lire
Luxemburg Luxemburgse frank
Nederland Nederlandse gulden
Portugal Portugese escudo
Spanje Spaanse peseta

 

Niet-leden Voorafgaande valuta
Monaco Monegaskische frank
San Marino Sammarineze lire
Vaticaanstad Vaticaanse lire

 

Fysieke eurobankbiljetten en -munten werden pas drie jaar later gelanceerd - op 1 januari 2002 – en landen gebruikten de eigen bestaande bankbiljetten tot de aanvang van de overgangsperiode.

Waarom werd de euro gelanceerd?

De euro werd geïntroduceerd om een economische en monetaire unie te creëren. Het hoofddoel was om de kosten en risico's van grensoverschrijdende transacties te verminderen. Overige redenen waren onder andere het promoten van economische groei, werkgelegenheid en prijs-pariteit in Europa.

Het idee van één Europese munt kwam op tijdens de jaren '60 en '70, daar turbulente valutamarkten een bedreiging vormden voor de belangrijkste economische overeenkomsten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG).

De groep reageerde door de eigen valuta te koppelen aan een nieuwe Europese valuta-eenheid (ECU), een digitale markt waarvan de waarde gebaseerd is op een basket van diverse Europese valuta. De convergentie van monetair beleid onder dit systeem had vele economische voordelen en de vraag naar een werkelijke eenheidsmunt nam toe. 

De beginjaren van de euro

Toen de euro in 1999 werd gelanceerd, had de munt op de valutamarkt een waarde van 1.1747 USD en bereikte een hoogtepunt van 1.1906 USD op de eerste handelsdag. 

De euro werd echter binnen zeer korte tijd gedeprecieerd tegen de dollar, waardoor deze tussen 2000 en 2002 meerdere malen onder pariteit daalde.

Dit gebeurde omdat de valuta in die periode uitsluitend digitaal werd verhandeld. Nationale valuta waren gekoppeld aan vaste wisselkoerstarieven.

Sommige valuta werden gedeprecieerd vóórdat de fysieke euro werd geïntroduceerd in 2002, wat resulteerde in een depreciatie van de euro zelf.  

EUR/USD historische grafiek, 1 januari 1999 tot 1 januari 2007

Aanvankelijk succes

Fysieke euro's werden geïntroduceerd in 2002 en nationale valuta waren verleden tijd. De voordelen van een enkele munt waren al snel zichtbaar. Landen begonnen meer handel te voeren, profiterend van geen valutarisico en transactiekosten. Het resultaat was een BBP-groei in de eurozone tussen 2002 en 2007. De toenemende populariteit van EUR/USD veroorzaakte een prijsstijging.

Prijzen bleven stijgen gedurende het eerste halfjaar van 2008 en de VS ging in recessie, wat de dollar verzwakte. 

De eurozone in crisis: 2008 tot 2014

De jaren 2008 tot 2014 werden gekenmerkt door economische crises – eerst in de VS en vervolgens in de eurozone – welke verwoestend waren voor de EUR/USD koers.

De VS kende een recessie van december 2007 tot juni 2009, als gevolg van de subprime hypotheekcrisis. Dit leidde tot een stijging van EUR/USD en een historisch hoogtepunt van 1.60 werd bereikt op 13 juli 2008 – als gevolg van bezuinigingen van federale fondstarieven en een toename in de vraag naar euro's.

Helaas waren de gevolgen van de Amerikaanse recessie al snel wereldwijd voelbaar. Meerdere Europese banken moesten worden gered, terwijl andere banken werden gedwongen om schulden af te betalen die niet geherfinancierd konden worden op illiquide internationale markten. Deze crisis resulteerde in een recessie in de eurozone in de tweede helft van 2008, waarbij EUR/USD op 17 november 2008 daalde tot 1.26.

EUR/USD historische grafiek, 1 januari 2008 tot 31 december 2014

Eurozone schuldencrisis

EUR/USD is in 2009 gedeeltelijk hersteld van de gevolgen van de recessie in 2008 – totdat bekend werd dat Griekenland er creatieve boekhoudkundige technieken op nahield om het schuldenniveau te verbergen, de stricte regels opgelegd door het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) ontwijkend.

Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje hadden in feite te veel speling, als gevolg van de financiële crisis of slecht fiscaal beleid in de opbouw naar. Dit ondermijnde het vertrouwen in Europa en beleggers in getroffen landen begonnen hun staatsobligaties te verkopen om elders in valuta te investeren. Als gevolg van deze gebeurtenissen daalde EUR/USD naar 1.20 op 5 juni 2010.

De Europese Centrale Bank (ECB) was niet in staat om snel te reageren omdat enige initiatieven invloed zouden hebben op de gehele eurozone. Daarnaast toonden welvarender landen weinig interesse om hun eigen schuldniveau (of belastingtarieven) te verhogen om reddingspakketten te financieren.

Verschillende internationale instanties – waaronder de Wereldbank, het Internationale Monetaire Fonds (IMF) en het ECB – besteedden sinds 2009 meer dan €544 miljard aan de schuldencrisis. Deze fondsen hebben van enkele landen geëist stricte bezuiningsmaatregelen te accepteren, welke economische groei in Griekenland, Italië en Spanje hebben belemmerd.

Deze maatregelen hebben de situatie in de eurozone helpen verbeteren, maar zwak investeerdersvertrouwen beïnvloedde EUR/USD. Tussen 2009 en 2014 zag het valutapaar grote koersschommelingen in reactie op politieke en economische gebeurtenissen – waaronder renteaanpassingen in Europa en de VS, politieke onrust in Griekenland en angst met betrekking tot Oekraïne.

De euro vandaag de dag

Sinds 2015 is de Amerikaanse economie in verhouding tot de Europese aangesterkt, wat leidde tot een divergentie van het monetaire beleid. Terwijl de Fed probeerde om de rentetarieven te verhogen in reactie op een versterking van de economie, moest de ECB de rentetarieven laag houden en kwantitatieve verruiming toepassen om uitgaven in Europa een boost te geven. Hierdoor bleef de prijs van EUR/USD relatief laag in vergelijking met de prijs begin 2014.

De euro is ook gaan schommelen door politieke en economische onzekerheid in de afgelopen jaren. Groot-Britannië stemde op 23 juni 2016 om de EU te verlaten, wat een daling van EUR/USD veroorzaakte - van 1.14 op de dag van het referendum naar 1.11 de volgende dag. De onzekerheid rondom de uiteindelijke Brexit-deal blijft de prijs van de euro beïnvloeden - een Brexit wordt in maart 2019 verwacht. Een ‘harde Brexit’ (geen deal) zal waarschijnlijk een negatieve invloed hebben op de euro, terwijl een ‘soft Brexit’ (het VK en de EU blijven nauwe banden onderhouden) de impact op de euro kan beperken of zelfs kan versterken.

Eurosceptische partijen in Europa zijn ook steeds populairder geworden en dragen bij aan de angst dat andere landen het Britse voorbeeld zullen volgen. Deze angsten zijn hoofdzakelijk weggevaagd door verkiezingsoverwinningen door pro-Europese politici zoals Emmanuel Macron (Frankrijk), Angela Merkel (Duitsland) en Mark Rutte (Nederland) in 2017. De toekomst van de EU en de euro blijft echter onzeker. Catalonië gaf aan onafhankelijk te willen zijn van Spanje door middel van een illegaal referendum in september 2017 en een Brexit-deal moet nog worden overeengekomen.

EUR/USD historische grafiek, 1 januari 2015 tot 8 november 2017

Welke landen hanteren de euro?

Negentien van de 28 Europese lidstaten gebruiken de euro als de officiële valuta.* Tijdens de lancering in 1999 waren dit 11 van de 15 lidstaten.

Zes niet-leden gebruiken ook de euro, alhoewel slechts vier van deze – Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad – deelnamen met goedkeuring van de EU. De andere twee – Kosovo en Montenegro – behoren niet tot de eurozone en gebruiken de valuta zonder formele toestemming.*

 

Welke EU-lidstaten gebruiken geen euro?

Negen lidstaten gebruiken momenteel niet de euro.* Dit zijn Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Hongarije, Polen, Roemenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

Er wordt verwacht dat deze landen – met uitzondering van Denemarken en het VK – zullen deelnemen aan de eurozone, mits zj voldoen aan bepaalde criteria. Daarnaast wordt er verwacht dat toekomstige lidstaten ook de euro zullen gaan hanteren. 

Het VK en Denemarken waren al lidtstaten vóór de komst van de euro en waren daarom in staat om te onderhandelen over opt-out-clausules. 

Misschien bent u geïnteresseerd in...

*Ten tijde van schrijven (9 maart 2018).

Help & Support

Vind het antwoord op uw vraag over uw rekening of onze diensten.